Gezondheidszorg

Bij het toenmalige hoofdkantoor van TNO in Den Haag functioneerde een klein bureau, de Raad voor Gezondheidsresearch dat onder meer het secretariaat voerde van de Werkgroep Classificatie en Coderingen (WCC). De WCC is door staatssecretaris Hendriks van de Structuurnota Gezondheidszorg in 1974 ingesteld met een standaardisatie-opdracht: Meer eenheid brengen in het stelsel van classificaties en coderingen die door de verschillende gegevensverwerkende instanties in de gezondheidszorg gehanteerd werden. De WCC bestond toen uit leidinggevende gegevensverwerkers uit de kring van het ministerie, het ziekenhuisinstituut, de medische registratie, de ziekenhuisinformatiesystemen, de ziekenfondsen, het CBS en - tot 1983 - een onafhankelijke voorzitter, prof. dr. Hein Hogerzeil. In 4 jaar tijds waren nog geen afspraken gemaakt, maar er was wel een subsidie voor 3 jaar en huisvesting bij het CBS toegezegd voor een projectgroep. Deze ging per 1-1-1978 met mij van start, later kwamen er ook een secretaresse en een medisch administrateur bij.

Over de financiering en organisatie in de periode 1978-2012 is een lang verhaal te schrijven, maar op deze plaats is dit niet aan de orde. Tot eind 1995 is sprake van de leidende rol van de WCC, sinds 1983 voorgezeten door prof. dr. P.F. de Vries Robbé.

Vanaf 1989 werkt het WCC-secretariaat ook als adviesorgaan van de WHO, een Collaborating Centre for the Family of International Classifications (WHO-FIC). Sinds 1998 is dit Centre gevestigd bij het RIVM te Bilthoven, zie verder http://who-fic.nl. Voor een overzichtsrapport, zie Internationale classificaties in Nederland, Nut, toepassing en noodzaak, RIVM 2011.

Wat kwam er terecht van het streven van de Structuurnota, samen te vatten als de wens om te komen tot 'eenheid van taal'? De WCC-geschiedenis mondde volgens mij uit in de vraag:
Welke standaardclassificaties zijn mogelijk, wenselijk, en uitvoerbaar? Het antwoord is drieledig:

- al naargelang het begrip, de benaming of de term die direct naar een verzameling objecten verwijzen zijn bepaalde standaardclassificaties mogelijk, zie de eindklasse 'objectclassificatie' 

- wenselijk zijn classificaties, die voor het klasseren ofwel bestaan uit direct verwijzende termen, ofwel uit indirect verwijzende termen voor kenmerken, relaties en definities, zie de eindklasse 'informatiekunde' 

- uitvoerbaar zijn classificaties over het doel waarvan gebruikers overeenstemmen, zie de eindklasse 'doelgerichte objectclassificatie'